Klaar voor de Toekomst: samen werken aan toekomstbestendige sociale organisaties & fondsen

Sociale organisaties zijn onmisbare schakels in een samenleving waar niemand er alleen voor staat. Er schuilt een enorme kracht in deze organisaties en hun vrijwilligers. Fondsen en sociale organisaties bouwden in het programma Klaar voor de Toekomst aan een duurzame toekomst. Programma Adviseur Niels van Zeben: ‘We moeten dit samen doen.’

placeholder

Kracht en kansen

‘De helft van Nederland doet vrijwilligerswerk, daar hebben we het niet zo vaak over, maar dat is ongekend’, zegt Niels. Hij ziet dagelijks hoe belangrijk het werk van sociale organisaties is. ‘Zij zorgen voor verbinding. Zij maken dagelijks, met een hand op de schouder, een kopje koffie en oprechte aandacht, voor heel veel mensen het verschil.’

Deze organisaties weten vaak mensen te bereiken die anders langs de zijlijn staan, die niet gezien worden. Niels: We zien hoe sociale organisaties een cruciale rol spelen in de aanpak van groeiende maatschappelijke problemen maar om ze optimaal tot hun recht te laten komen moet wel rekening worden gehouden met de eigenheid van deze organisaties’.  

De pioniersfase voorbij

Hij ziet en hoort regelmatig over de onzekerheid bij organisaties die klem zitten en van project naar project gaan en niet goed aan tafel komen bij overheden en instellingen. ‘Dat wordt des te urgenter wanneer organisaties hun ‘pioniersfase’ achter zich hebben gelaten en willen werken aan duurzaam toekomstperspectief. Tijd om bij de ontwikkeling van de eigen organisatie stil te staan, is er vaak niet. De meeste tijd gaat naar ‘de ander’, naar de doelgroep. De resterende tijd zijn ze bezig met de eindjes aan elkaar knopen.’

Beweging

Niels merkt de afgelopen jaren dat ook bij andere fondsen de behoefte leeft om duurzamer impact te maken. ‘De tijd is rijp voor verandering, voor beweging. Er zijn grote sociaal-maatschappelijke uitdagingen die we samen moeten aanpakken. Daar zijn we met elkaar, de fondsen, overheid en sociale organisaties, mee aan de slag gegaan. Mooi om te zien dat er een soort optimisme heerst en samenwerking is ontstaan. Je ziet echt dat er dingen samenkomen, er is iets onomkeerbaars in beweging gezet.’

Sociale organisaties & fondsen: samen leren, samen ontwikkelen

Met het programma Klaar voor de Toekomst heeft het Oranje Fonds in 2023 een impuls gegeven aan deze gezamenlijke beweging. ‘Het doel was om sociale organisaties een duurzame plek te geven bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. Daarom zijn we een grote uitdaging aangegaan met sociale organisaties én fondsen, om te leren hoe we organisaties het beste kunnen helpen verduurzamen. Dat betekent samen leren, samen ontwikkelen, ruimte nemen om fouten te maken. We hebben heel bewust gezegd en ervaren: dit moeten we samen aangaan. Daarom zijn we ook met tien vooraanstaande sociale organisaties en zes fondsen in het programma aan de slag gegaan.’

‘De fondsen Stichting RCOAK, stichting DOEN, VSBfonds, Stichting De Verre Bergen, Kansfonds, Adessium Foundation en Oranje Fonds trokken binnen het programma de afgelopen twee jaar samen intensief op in het zogenaamde Verduurzamingslab, waar we experimenten uitvoerden. Deze fondsen hebben onderling een match op werkterrein en willen graag innoveren in de sector.’

"We zijn het programma Klaar voor de Toekomst gestart met de afspraak met programmadeelnemers en fondsen: we gaan taaie materie aanpakken en daarvoor is het nodig dat we in alle openheid en eerlijkheid met elkaar kunnen spreken. Dat doen we op basis van vertrouwen."
Niels van Zeben
Programma Adviseur Klaar voor de Toekomst

Kennis en ervaringen delen

Het delen van kennis en ervaringen tussen de sociale organisaties bleek een grote meerwaarde van het programma. ‘Er zit veel kennis bij al deze initiatieven. Die onderlinge uitwisseling zorgde voor herkenning, inspiratie en meer zelfvertrouwen. Dat was heel bijzonder om te zien. De leiders gingen staan, hadden een goed verhaal en kwamen nog meer in positie en aan de tafels die voor hen van belang zijn.’

‘Als ik terugkijk, is dit een proces dat geduld vraagt. Met elkaar leren hoe je toekomstbestendig wordt. Ook heb ik gezien dat het geduld en aandacht vraagt om elkaar beter te leren begrijpen, zodat er tussen fondsen en sociale organisaties meer gelijkwaardigheid en vertrouwen kan ontstaan. Dat betekent ook dat we elkaar ruimte gaven en we niet meteen alle antwoorden hoefden te hebben op de vragen die opkwamen.’

Opbrengst programma Klaar voor de Toekomst

Niels is onder de indruk van de stappen die de sociale organisaties de afgelopen twee jaar hebben gezet. ‘Het begint toch met rust in de tent. Als fonds boden we tijd, geld en expertise. De organisaties gingen veelal eerst aan de slag met de interne organisatie. Denk bijvoorbeeld aan hernieuwde afspraken over mandaat en rolverdeling tussen bestuur en directeur.’

Die nieuwe afspraken gaven rust, merkte Niels. ‘Zo ontstond er meer focus binnen de betreffende organisatie. Dat leverde voor leiders en hun teams ruimte op om hun plek in te nemen, heel belangrijk. We hebben geleerd dat werken aan toekomstbestendigheid een voortdurende wisselwerking betekent tussen de ontwikkeling van verschillende capaciteiten, zoals onder meer leiderschap, verbetercyclus, positionering en financiële gezondheid. Capaciteiten waar de capaciteitenmatrix aan ten grondslag ligt, met een spiraal omhoog van voortdurend leren en verbeteren.’

Goed onderbouwd verhaal

‘Je ziet dat deelnemers nu met meer zelfvertrouwen opereren en een goed onderbouwd verhaal vertellen dat stakeholders sneller overtuigt en bijdraagt aan meer gelijkwaardigheid.’ Tegen die achtergrond maakte de training persoonlijke verhalen vertellen, onderdeel van het programma, indruk, zegt Niels. ‘Ik zag hoe goed deelnemers in staat waren om een indrukwekkend verhaal neer te zetten. Over hun drive en die van hun organisatie. Ik heb zelf ook meegedaan en als je dat persoonlijke verhaal vertelt, vanuit welke organisatie dan ook, herken je elkaars drive. Je zag ter plekke gebeuren dat deelnemers gingen staan voor hun verhaal. En dat doen ze nog steeds.’

De fondsen hebben ook een flinke slag gemaakt. In het Verduurzamingslab werd eerst ruimte genomen voor rust, voor vertraging. ‘We zijn niet meteen naar oplossingen gaan zoeken. Dat was wennen, maar ook belangrijk om samen eens van een afstandje kritisch naar onze eigen rol te kijken en hoe we duurzame ontwikkeling van sociale organisatie kunnen stimuleren.’

Ook de gesprekken tussen de fondsen en sociale organisaties waren bijzonder, zegt Niels. ‘Ook daar ontstond iets heel moois, er werd goed geluisterd naar elkaar. Dat was verhelderend voor beide ‘werelden’. Zo is er samen een begin gemaakt met een nieuwe beweging.’

Gelijkwaardigheid

Gelijkwaardigheid is een belangrijk woord wanneer het over toekomstbestendigheid van de sector gaat, ziet Niels. ‘We zien en horen hoe lastig het voor sociale organisaties is om goed binnen te komen bij overheden en fondsen. Ze worden vaak nog onvoldoende serieus genomen, tegelijkertijd worden ze soms behoorlijk overvraagd.’ In de taken die ze soms krijgen toegeschoven, en ook in de manier waarop financiers hen bevragen.

Dit dilemma kwam tijdens het programma veel aan de orde. ‘Dat zit natuurlijk in het systeem. Overheid en fondsen geven geld en willen uiteraard zorgen dat ze dat heel zorgvuldig doen. We zijn als fondsen geneigd om vervolgens heel veel vragen te stellen. Sociale organisaties hebben daardoor soms het gevoel dat ze zich steeds weer moeten bewijzen. Terwijl fondsen, overheid en sociale organisaties elkaar nodig hebben om maatschappelijke problemen aan te pakken. Daar zit een meer gelijkwaardige rol dan we elkaar nu vaak geven.’

Twee experimenten

Naast de mooie doorontwikkeling van alle tien deelnemers heeft het programma geleid tot concrete en mooie uitkomsten, ziet Niels. ‘We hebben als fondsen gezegd: we gaan na het Verduurzamingslab door als Community of Practice, want we hebben nog veel te leren samen.’ Ook de organisaties zelf gaan verder. ‘Zij hebben gezegd: we hebben ieder voor onszelf onze stem gevonden, maar we zoeken ook naar een gezamenlijk geluid als beweging. Wat dat precies is en welke vorm dat krijgt? Dat gaan we zien.’

De fondsen gaan ook twee experimenten aan, gaat hij verder. ‘Eén experiment gaat over structurele financiering vanuit meerdere fondsen voor de toekomstbestendigheid van sociale organisaties. Dat idee is nog volop in ontwikkeling.’

Het tweede experiment is een dialoog over gelijkwaardigheid en vertrouwen. ‘Dat klinkt minder tastbaar dan het eerste experiment, maar het is wel essentieel omdat het gaat over de vraag: hoe willen we met elkaar werken? Wat betekent gelijkwaardigheid in onze dagelijkse praktijk? Maar ook: hoever zijn fondsen bereid om los te laten, sociale organisaties als partners te zien, om minder op projectbasis te financieren en meer op hoofdlijnen? De dialoog met de sociale organisaties levert waardevolle inzichten op voor de fondsen, waar ze zich op kunnen aanpassen.‘

Onmisbare Schakels

Ondertussen is op initiatief van het Oranje Fonds samen met sociale organisaties, fondsen, overheid en kennispartners het traject Onmisbare Schakels gestart. Niels: ‘Dit is erop gericht de positie en toekomstbestendigheid van sociale initiatieven, van groot tot klein, pioniers en gevestigde organisaties, in onze samenleving te versterken. Waardoor zij nog slagvaardiger en impactvoller kunnen zijn.’

Hierbij worden ook de opbrengsten en inzichten van Klaar voor de Toekomst gebruikt. ‘Heel concreet: hoe kunnen we meer op basis van vertrouwen werken? Als we laten zien dat gelijkwaardigheid er echt toe doet, kunnen we van daaruit een grotere beweging maken. Ik zie mogelijke doorbraken op verschillende terreinen. Geen grote revolutie in één klap, maar stap voor stap.’  

Houdt LinkedIn, de nieuwsbrief, deze website en die van het Oranje Fonds in de gaten. We nemen je graag mee in toekomstige ontwikkelingen.

Dit vind je mogelijk ook interessant