Succesvolle lobby: maak je eigen lobbyplan
Succesvolle lobby is een essentieel onderdeel van je strategie om van jouw sociaal initiatief een succes te maken. Je laat politici en ambtenaren zien wat er speelt bij jouw doelgroep, en vraagt aandacht voor hun belangen. Een goede lobby kan leiden tot beter beleid - en structurele verbeteringen voor de mensen voor wie jij je inzet. In dit gastblog deelt Mara van Waveren van Stichting Lobby Lokaal praktische tips en voorbeelden.
Je leest hoe je in vijf stappen een concreet lobbyplan opstelt dat past bij jouw organisatie en doelen.
Waarom een lobbyplan helpt
Veruit de meeste initiatieven die ik spreek hebben weleens contact met de overheid. Bijvoorbeeld met de gemeente over het aanvragen van een bepaalde subsidie. Zeker initiatieven die al langer bestaan, bouwden in de loop der jaren een netwerk op van ambtenaren en politici die zich bezighouden met belangrijke onderwerpen voor het initiatief.
Toch zie ik maar weinig initiatieven die de tijd nemen om met elkaar een lobbyplan te maken. Dat is jammer, want het kan je enorm helpen om effectief te werk te gaan.
Een lobbyplan geeft je houvast en een extra duwtje in de rug om lobby een vast onderdeel te maken van jouw activiteiten. Als in jouw lobbyplan staat dat alle lokale politici zich bewust zijn van de doelgroep en de problemen waar ze tegenaan lopen, dan kun je vervolgens bij alles wat je organiseert bedenken hoe je die activiteit ook kunt gebruiken om politici te informeren.
Op die manier wordt lobbyen bijna een houding van alle mensen die betrokken zijn in de organisatie, in plaats van een taak van de directeur op momenten dat er echt grote problemen zijn.
Een organisatie die zo’n plan heel concreet op papier zet is SchuldHulpMaatje
- De financiële positie van mensen verbeteren
- Structurele financiering voor schuldhulp
Schuldhulpmaatje zet daarbij in op bewijskracht: ze gebruiken de ervaringen uit de praktijk om hun lobbydoelen te behalen. Dit geeft kleur, kracht en context aan meer kwantitatieve data.
Hoe maak je een goed lobbyplan?
Er zijn vijf stappen die je in willekeurige volgorde kunt doorlopen. Soms heb je al sterk een idee over wat jouw organisatie te bieden heeft, maar nog niet over het precieze doel. Dus begin maar gewoon.
Zorg wel dat je aan het eind het hele plan doorloopt en bepaalt of alle keuzes die je hebt gemaakt ook goed passen bij het doel dat je wil bereiken. Het helpt ook om het lobbyplan elke drie maanden er weer bij te pakken. Dan kun je bespreken of het plan werkt en waar nodig aanpassingen doen.
Stap 1: Formuleer een helder lobbydoel
Grofweg lobbyen organisaties voor deze drie dingen:
- Beter beleid, zodat het leven van de doelgroep beter wordt
- Het verspreiden van jullie effectieve methode
- Financiering voor je organisatie
Hoewel financiering voor jullie belangrijk is, geldt dat niet zomaar voor de overheid. Voor de overheid is jullie maatschappelijke bijdrage belangrijk. Lobbyen voor financiering is dus altijd gekoppeld aan een van de andere twee doelen.
Tip: Wees concreet
Hoe concreter je in je plan bent, hoe groter de kans op een eerlijk antwoord of de overheid je daar wel of niet mee kan en wil helpen. Vermijd lobbydoelen als ‘er moet meer aandacht komen voor gendergelijkheid’. Dat zijn lobbydoelen waar veel mensen achter zullen staan, maar wat doen ze concreet?
Stel jezelf de vraag: als de overheid één ding kan veranderen, wat moet dat dan zijn? Zo had iemand in Amsterdam wel een heel concreet lobbydoel dat bijdraagt aan gendergelijkheid. Naast de plaskrullen voor mannen lobbyde zij voor openbare toiletten voor vrouwen. Zo concreet mag je zijn.
Stap 2: Breng in kaart wie invloed heeft
De volgende stap is in kaart brengen wie, in jouw geval, de macht heeft om het beleid te veranderen. Is dat de gemeente, de provincie of de landelijke overheid? En zijn het dan ambtenaren, volksvertegenwoordigers en/of bestuurders die je moet overtuigen?
Daarbij kan je aanhouden dat wanneer je lobby past binnen de kaders van het bestaande beleid, je kunt beginnen met een lobby bij ambtenaren. Concreet: als je een project wil doen met een nieuwe werkwijze, dan is de ambtenaar een hele logische persoon voor een eerste gesprek. Maar wil je iets agenderen of ben je het totaal oneens met het beleid van de overheid, dan richt je je pijlen op politici: raadsleden of wethouders of misschien wel Kamerleden of zelfs een minister.
Nadat je in kaart hebt gebracht wie erover gaan, is het belangrijk om te bedenken hoe deze mensen denken over het onderwerp waarvoor je lobbyt. Wie staan er achter jullie verhaal en wie (nog) niet?
Tip: Lees het coalitieakkoord of collegeakkoord
In het coalitieakkoord staat wat de coalitiepartijen in de komende vier jaar willen bereiken. Ook gemeenten en provincies maken een (college)akkoord. Dit is de plek om erachter te komen hoe de meerderheid van de overheid denkt over bepaalde zaken. Je vindt er altijd wel een haakje om met de gemeente in gesprek te gaan.
Stap 3: Kies het juiste moment voor je lobby
Weten wanneer je in actie moet komen, is een belangrijk onderdeel van effectief lobbyen.
Begin met je eigen kalender. Wanneer organiseren jullie activiteiten die je ook kunt gebruiken als lobbymoment? Nodig eens een raadslid of Kamerlid uit bij wat je doet en laat ze ervaren waarom jullie werk zo belangrijk is.
Vervolgens kun je kijken naar de timing bij de overheid. Dat is best lastig om goed in kaart te krijgen, zeker als je niet de hele dag de tijd hebt om je hiermee bezig te houden. Ik geef een paar dingen mee waarop je kunt letten:
- Verkiezingen
Elke vier jaar zijn er verkiezingen (landelijk iets vaker als het kabinet valt). Dat zorgt voor een bepaalde dynamiek waarvan je gebruik kunt maken in je lobby. Zijn er net verkiezingen geweest, dan is dat een mooi moment om kennis te maken met nieuwe politici. Dat kan door koffie te drinken, maar ook door ze eens uit te nodigen bij je initiatief.
Zo nodigden vogelaars de nieuwe Kamerleden ooit eens uit om te komen vogelspotten. Een mooie manier om een band op te bouwen voor de komende vier jaar. Vinden de nieuwe verkiezingen binnen een jaar plaats? Dan zijn de politieke partijen druk bezig met het maken van verkiezingsprogramma’s. Hét moment dus om op papier te zetten waar partijen de komende vier jaar echt op moeten inzetten en dat op te sturen naar de programmacommissies. - Begrotingscyslus
Iets anders waarop je kunt letten is de begrotingscyclus, oftewel: wanneer wordt het geld verdeeld? Dat zijn momenten waarop een politieke discussie ontstaat over het besteden van het beperkte budget. Als jouw lobby ook over geld gaat, kan dit een interessant moment zijn om in actie te komen.
Bijvoorbeeld door vooraf met ambtenaren in gesprek te gaan over de opzet van de begroting of door publiek te reageren op de verschenen begroting en zo aandacht te vragen voor jullie onderwerp. - Vergadercyclus
Policiti denken in vergaderingen. Daarom is het goed rekening te houden met hun vergadercyclus. Kijk eens op de website naar de agenda. Zie je daar een haakje om jouw lobbyverhaal aan te koppelen? Dat helpt politici enorm.
Een goed voorbeeld is SchuldHulpMaatje. De organisatie maakt in de zomer een ‘menukaart’ met hun ideeën en adviezen, zodat partijen deze kunnen agenderen als de vergaderingen weer beginnen.
Stap 4: Laat zien wat jij te bieden hebt
Het voelt misschien vreemd dat deze stap pas hier komt in het stappenplan, maar het heeft een reden. Je weet vaak heel goed wat je doet, maar welke informatie je precies nodig hebt en in welke vorm? Dat kun je het beste bedenken als je weet op wie je je gaat richten en welke vorm je lobby krijgt.
Schrijf je brieven, dan is het goed om kort en bondig weer te geven wat je doet. Gebruik bijvoorbeeld een infographic waarin je onderbouwt waarom jullie initiatief goed werkt. Kies je voor werkbezoeken, dan zoek je waarschijnlijk eerder een aantal mensen uit de doelgroep die goed kan vertellen wat jullie initiatief voor ze betekent. En soms zal je ook extra informatie moeten verzamelen. Bijvoorbeeld door jouwe doelgroep te interviewen of door onderzoek te laten doen naar de effecten van je methode. Heb je daar geen budget voor? Fondsen financieren graag dit soort onderzoeken om je aanpak te laten erkennen. Je hebt ook een databank met alle erkende effectieve sociale interventies. Kijk eens of jullie methode daar al tussen staat.
Stap 5: Zoek samenwerking voor meer slagkracht
Last but not least: je staat er niet alleen voor. Er zijn altijd andere organisaties of mensen te vinden met wie je kunt samenwerken. Dat is goed voor jullie lobby.
Voorbeelden uit de praktijk
Ten eerste laat het de overheid zien dat er steun is voor jullie plannen. Zeker wanneer het organisaties zijn die opkomen voor andere doelgroepen. Een goed voorbeeld hiervan is netwerkorganisatie Warm Rotterdam
Een ander voorbeeld van een netwerkorganisatie met gezamenlijke lobby is het platform Netwerk Informele Ondersteuning Zeist (NIOZ). Hierbij zijn zo’n dertig vrijwilligersorganisaties aangesloten. Een kleinere kerngroep van onder andere Humanitas Heuvelrug, Handjehelpen en Samen Oplopen coördineert de vertegenwoordiging naar de gemeente. De kracht van deze samenwerking blijkt ook het feit dat Zeister wethouder Angele Welting het NIOZ specifiek noemt als krachtige gesprekspartner in dit Oranje Fonds webinar over lobby.
Ten tweede kan het fijn zijn om de last van het lobbyen af en toe te kunnen delen. Lobbyen duurt vaak lang en je vindt misschien niet alle onderdelen van lobbyen even leuk. Dan kan het heel fijn zijn om samen te werken en de taken te verdelen.
Deel deze kennis met anderen
Dit vind je mogelijk ook interessant
Hele groeiboek lezen?
Het Oranje Fonds heeft het Groeiboek samengesteld, met tips uit de praktijk door en vóór sociale initiatieven. Meer dan 50 sociale organisaties zijn je al voorgegaan en hebben inmiddels deze groeifasen doorlopen. Met ondersteuning van het Groeiprogramma van het Oranje Fonds.