Financieringsmodel bestendigen: kies bewust je financieringsbronnen

Waar moet je op letten bij het inrichten van je financieringsmodel? Financieringsexpert Boris Franssen deelt waardevolle inzichten, voorbeelden en tips in dit eerste deel van zijn blogserie. Speciaal voor organisaties die de stap willen maken naar meer ‘volwassenheid’. Ontdek hoe je bewuste keuzes maakt en jouw financiële toekomst veiligstelt.

placeholder

Focus op duurzaamheid en winst op de langere termijn 

Bestendigheid of duurzaamheid zijn veelgebruikte begrippen, maar wat betekenen ze eigenlijk in de context van je financieringsmodel?

Bestendig is iets wanneer je je toekomst niet compromitteert’, las ik eens ergens over bestendigheid in financiële zin. Als ik het omdraai: niet bestendig is als je structureel te weinig inkomsten hebt om je plannen te realiseren en geen potjes kunt maken voor weerstand en innovatie. Je kent ze wel, organisaties die ‘net genoeg geld hebben om niet te overlijden, maar onvoldoende om echt te kunnen leven’.

Onnodig om te zeggen: dit holt je hele organisatie uit. Kortom, je moet dus voldoende geld binnenhalen voor een gezonde exploitatie. Niet alleen voor je primaire activiteiten maar ook voor de overhead, je vaste lasten. 

Richt je op een toekomstbestendige financieringsmix

Weet je wat ook niet zo bestendig is? Als je exploitatie voor een groot deel is gebaseerd op eenmalige bronnen, zoals projectgelden van fondsen en overheden. Probleem is dat je vaste kosten dekt of moet gaan dekken met tijdelijke inkomsten (met o.a. liquiditeitsproblemen als gevolg). Ik snap dat dit voor pionierende organisaties aan de orde is, maar bestaat je organisatie al jaren: waak dan voor deze vorm van ijsschotsspringen en verbeter je financieringsmodel.

Daar hoort winst maken ook bij; onder andere voor het aanleggen

Sturen op een begroting die op 0 eindigt, wordt nog steeds gevraagd. Vaak door subsidiegevers. Maar eigenlijk is dit vreemd. Hoe kan een organisatie dan anders reserves aanleggen voor noodzakelijke investeringen, innovatie en weerstand etc.? Sterker nog: organisaties die dit niet doen, kunnen in een neerwaartse spiraal of armoedemodel terechtkomen. Maar goed, niet iedere financier werkt met zogenaamde tekortfinanciering. Er zijn er ook die organisaties in staat stellen vet op het bot te creëren (natuurlijk in alle redelijkheid). Er zijn ook gevallen waarin subsidiegevers dit accorderen. Brinckerhoff adviseert overheden en fondseninstellingen een prijs te betalen in plaats van (een tegemoetkoming in) de kosten. In het verschil tussen die prijs en de kosten ligt een opslag, voor reserves etc. Maar wat nou als ze dit niet willen doen? Dan zijn er andere manieren waarop je mogelijk wel winst kan genereren om je missie duurzaam te maken. Een paar voorbeelden: The Colour Kitchen ‘vindt dat het hebben van betaald werk een belangrijke bijdrage levert aan je gezondheid, eigenwaarde en zelfredzaamheid’. Met hun programma’s bieden ze iedereen die wil en kan werken de kans om zich te ontwikkelen richting duurzaam betaald werk. Doel is het opleiden en begeleiden van kandidaten. Het middel is catering. The Colour Kitchen stuurt op een break-evenresultaat op het doel-gedeelte. Daar werft de organisatie bijdragen van overheden (gemeente, UWV en particuliere gevers) voor. Op het middelgedeelte wordt met cateringsopdrachten een maatschappelijk aanvaardbare winst beoogd. Een stadsboerderij die naast de traditionele boerderijactiviteiten meeropbrengsten genereert met een kringloopwinkeltje of met het uitvoeren van dagbestedingsactiviteiten voor opdrachtgevers (en daar een factuur met winstopslag voor ontvangt). Stichting SWOM begeleidt ‘young professionals’ met een arbeidsbeperking bij het vinden van een volwaardige functie, passend bij hun talenten en kwaliteiten. De bedrijven en organisaties waarnaar deze ‘young professionals’ worden toegeleid betalen een prijs. Een museum dat een coffeecorner of museumwinkel exploiteert waarmee meer dan de kosten worden teruggewonnen. Waar gaat het nou om? Breng je portfolio in kaart en bepaal wat de kosten en baten zijn per product-marktcombinatie. Vraag daarvoor hulp van een financieel deskundige, zoals je boekhouder of accountant. Maar het uitrekenen van de kosten en baten hoeft niet ingewikkeld te zijn. Dan heb je waarschijnlijk: Product-marktcombinaties waarmee je verlies lijdt, maar wel je missie versterken. Product-marktcombinaties die break-even draaien. En mogelijk ook product-marktcombinaties waarmee je winst maakt. Met de laatste kun je misschien verliezen compenseren en per saldo nog wat overhouden voor weerstand en innovatie. Tot slot nog iets over winst maken en de zogenaamde ‘perverse prikkel’: financiers die hun subsidie of donatie omlaag bijstellen zodra de gesteunde organisatie winst maakt. Als dit gevaar zich voordoet, ga dan hierover in gesprek. Doe dat bij voorkeur al tijdens de contractering (waarom je winst nodig hebt enz.). Haalt dit niets uit of is en blijft het veel te riskant? Misschien biedt een steunstichting soelaas waarin je bepaalde opbrengsten kunt onderbrengen. Maar nogmaals: er zijn ook subsidiegevers of fondsen die ermee akkoord gaan als je meeropbrengsten genereert voor reserves. Check dit dus en als het niet zo is, maak het bespreekbaar.
van die noodzakelijke potjes. Winst ja, dit is geen verschrijving. Winst is ook goed voor non-profits.

Kies bewust voor financieringsbronnen

Bij het ontwikkelen van een financieringsmodel is het noodzakelijk om bewuste keuzes te maken. Zomaar willekeurig aan inkomstenspreiding doen, of inspelen op fondsenwervingstrends, levert zonder groter plan of idee hooguit een korte termijn succes op. Of het kan de capaciteit van je organisatie versnipperen en de algehele slagkracht verminderen.

Dus is het belangrijk die bronnen te kiezen die bij jouw organisatie passen. De keuze voor financieringsbronnen is namelijk niet vrijblijvend. Gekozen financieringsmodellen kunnen, net als gewoonten, ingesleten raken. Het is dan niet eenvoudig om dingen een-twee-drie te veranderen. Daarbij hebben de gekozen financieringsbronnen invloed op allerlei zaken:

  • Bijvoorbeeld in hoeverre je in staat bent je eigen koers te varen, dan wel bezig bent met de uitvoering van die van de financier
  • Of je enige stabiliteit hebt in je inkomstenstromen of moet ijsschotsspringen
  • Mogelijkheden hebt om reserves aan te leggen of niet en of je moet schrapen of voldoende geld hebt om alles uit te voeren zoals jij wil. 

Besteed ook aandacht aan de combinatie van financieringsbronnen

Natuurlijk, geld is nooit gratis. Elke bron vraagt offers, maar ik ken de nodige organisaties die een (te) hoge prijs betalen voor hun financieringsmodel. Met meer aandacht voor de werking en combinatie van financieringsbronnen, kan een bestendiger financieringsmodel worden ontwikkeld, met meer missie-impact als resultaat.

Bepaalde bronnen kunnen een organisatie een beetje of verder op weg helpen, of de organisatie blijvend van brandstof voorzien, anderen juist niet of nauwelijks. Het is belangrijk om een financieringsmix samen te stellen die voldoende geld oplevert om de ambitie waar te kunnen maken. Voor de exploitatie én het aanleggen van de broodnodige reserves. Die mix moet ook stroken met:

  • Het concept en de werkwijze van de organisatie.
  • De aanwezige competenties en capaciteit.

Financiering regelen is maatwerk 

In tegenstelling tot bedrijven kun je als non-profitorganisatie activiteiten niet of maar gedeeltelijk door de primaire doelgroep laten betalen, anders ben je gewoon een bedrijf. Er zijn dus nog andere financiers nodig, die net als je directe doelgroep vragen om een onderscheidende propositie. Net als in de in de commercie is er ook sprake van concurrentie in de maatschappelijke/sociale of culturele sector.

Je concurreert niet alleen met andere organisaties om de gunst van je doelgroep maar ook om benodigde financiering. Als je een bepaalde financier voor je wil winnen, moet je je ook echt verdiepen en inspelen op diens specifieke vraag. Op een onderscheidende manier. 

Zoom uit

Wil je meer en/of betere financiering, focus dan niet alleen op het probleem. Net zomin als oplossingen voor slechte slapers zelden in het nachtgedeelte worden gevonden, maar juist in wat iemand overdag allemaal (wel en niet) doet. Zo is het vaak ook met financieringsvraagstukken. De oorzaak (en dus ook de oplossing) ligt dikwijls elders. 

Richt je dus niet alleen op je financiering, zoom uit en kijk naar je gehele businessmodel. Is er wel een goede strategie, oftewel:

  1. Is er een missie-ambitie met enige urgentie en wervingskracht (wat ga je doen aan een bepaald probleem en kun je uitleggen wat er op een gegeven moment is verbeterd)?
  2. Is er een goede vertaling naar een onderscheidende waardepropositie voor de doelgroep en meest veelbelovende financiers? 
  3. Is er een voor deze taak goed uitgeruste uitvoeringsorganisatie waarmee kwaliteit kan worden geleverd en de beloften waargemaakt? 

Ondernemen in de driehoek van impact, expertise en betrokkenen

Het gaat dus om een goed geïntegreerd verhaal, want alles hangt met elkaar samen. Geld is vaak geen doel op zich, maar een gevolg van andere dingen die je goed doet. In een gesprek dat ik voerde met Naturalis-directeur Edwin van Huis, sprak hij over (Mark Moore’s) ondernemen in de driehoek, waarbinnen je organisatieconcept gestalte krijgt. Hij onderscheidt:  

  • De maatschappelijke impact die je wil realiseren 
  • Datgene wat je als organisatie goed kan 
  • De beoogde stakeholders die je moet meekrijgen. 

Zonder een van die elementen en zonder goede wisselwerking kom je nergens. De plek waar de drie elementen elkaar overlappen, de sweetspot, is het gedeelte dat garant staat voor zowel missie-impact als euro’s. 

Samenvattend: de keuze voor bronnen of combinaties van bronnen is nooit vrijblijvend en kan katalyserend of belemmerend werken. Als non-profit schaak je bovendien qua waardepropositie op twee borden: je bedient je primaire doelgroep én je gewenste financiers. En dan moet je ook echt een goede propositie ontwikkelen. Dat is maatwerk.

Neem je hele businessmodel onder de loep

Focus daarnaast niet alleen op geld. Een tekort aan financiën hangt vaak samen met andere zaken, dus kijk naar je gehele businessmodel. Het kan liggen aan je propositie. Die is niet onderscheidend, niet goed of nog niet goed genoeg, want het is geen maatwerk. Of aan de kwaliteit die je levert.

Het is ook mogelijk dat je misschien niet voldoende knowhow of capaciteit in huis hebt om geld te mobiliseren uit een bepaalde bron. Kortom, voorkom bijziendheid en bekijk het holistisch. Richt je businessmodel zodanig in dat de onderdelen elkaar versterken (en vindt de spreekwoordelijke sweetspot).

Als je bewust hebt gekozen, is het tijd om door te gaan. Hoe kun je zorgen voor meer bestendigheid? Ik vertel er meer over in ‘Het bestendigen van je financieringsmodel, deel 2: de ontwikkelingsfase van je financieringsmodel’. 

placeholder

Auteur

Boris Franssen (de Blauwe Noordzee)

adviseert en geeft workshops op het gebied van inkomstenontwikkeling, financieringsmodellen en strategie....

Dit vind je mogelijk ook interessant

Meer weten? Lees het Oranje Fonds Groeiboek

Het Oranje Fonds heeft het Groeiboek samengesteld, met tips uit de praktijk door en vóór sociale initiatieven. Meer dan 50 sociale organisaties zijn je al voorgegaan en hebben inmiddels deze groeifasen doorlopen. Met ondersteuning van het Groeiprogramma van het Oranje Fonds.

Lees het Oranje Fonds Groeiboek